Pluimveeweb: 'Dierenwelzijnsmaatregel OKT heeft tegenovergestelde effect'

„Het blijft me verbazen hoe het mogelijk is dat bepaalde ‘dierenwelzijnsmaatregelen’ worden geïmplementeerd terwijl ze het tegenovergestelde effect hebben’, zegt Martijn Chombaere, beleidsmedewerker bij de Vlaamse belangenbehartiger Landsbond Pluimvee. Hij doelt hiermee op het verbod op doden van eendagshaantjes. Na Duitsland gaat ook Frankrijk in de loop van dit jaar het doden van eendagshaantjes verbieden. 

Frankrijk is de grootste eierproducent van Europa. Jaarlijks worden er bijna 50 miljoen haankuikens gedood omdat ze economisch niet voldoende opbrengen: ze leggen namelijk geen eieren en leveren nauwelijks vlees op. Maar doden van eendagshaantjes mag in de loop van dit jaar dus niet meer in Frankrijk.

De nieuwe regelgeving wordt tegen het einde van het jaar van kracht, maar al in juni zullen Franse legpluimveehouders moeten bewijzen dat ze werken aan de omzetting van de maatregel. Chombaere heeft zijn bedenkingen over de maatregel.

Bedenkingen

De in-ovo-technieken zijn net zoals andere bestaande technieken niet 100 procent feilloos, geeft hij aan. Een paar percentages ‘foutmarge’ geeft evenzeer heel wat kuikens die op latere leeftijd nog moeten afgedood worden, aldus Chombaere.

Bovendien begint het hart van een kuiken in de embryonale ontwikkeling rond de tweede dag al te kloppen. Het beëindigen van het broedproces voor de mannelijke embryo’s blijft gekoppeld aan het afdoden van een levend organisme.

Daarnaast wordt er jaarlijks in de Europese Unie (EU) circa 8.000 ton haankuikens afgezet die onder meer worden gebruikt als voeding voor reptielen, roofvogels, bij particulieren en dierentuinen. Indien dit wegvalt, zal een gelijkaardig hoeveelheid moeten gecompenseerd worden. Aangezien kuikens een specifieke lage voedingswaarde hebben, kan deze voedselbron voor andere dieren, niet 'zo maar' vervangen worden door andere diersoorten. In eerste instantie zal het wegvallen van kuikens uit die landen een verhoogde import van eendagskuikens uit andere EU-landen met zich mee brengen. Dit houdt dus louter een verschuiving van het probleem in, aldus Chombaere. In een later stadium, indien het aanbod ontoereikend is, is het niet ondenkbaar dat er dan toch andere en juist meer dieren gekweekt worden om als voedseldier gebruikt te worden. Dit 'kan' dus net meer dieren’leed’ veroorzaken, stelt Chombaere.