Pluimveeweb: Hoge voerkosten drukken inkomen pluimveehouders30-03-2022
De gestegen voerkosten drukken de inkomens van pluimveehouders, van zowel leghennenhouder als vleeskuikenhouders. Dat blijkt uit de jaarlijkse inkomensraming over 2021 van Wageningen Economic Research.
Het gemiddelde inkomen voor leghennenhouders is ruim 60 procent lager geraamd op 25.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). Dat is vooral een gevolg van hogere voerkosten. De voerkosten zijn op jaarbasis 19 procent gestegen. De legsector heeft al sinds eind 2019 last van hogere voerprijzen, vooral door duurder graan. De voerkosten maken dit jaar ruim 50 procent uit van de totale kosten. De hogere eieropbrengsten compenseerden minder dan de helft van de kostenstijging. De gemiddelde eierprijzen (inclusief contracten) zijn in 2021 ten opzichte van 2020 gemiddeld bijna 4 procent gestegen, maar wel met grote verschillen tussen de diverse houderijsystemen. Tijdens de coronacrisis is de vraag naar eieren in supermarkten gestegen ten koste van de consumptie buitenshuis. Daarvan hebben vooral de prijzen van vrije uitloopeieren, biologische eieren en Beter Leven keurmerkeieren geprofiteerd. De marktprijzen voor scharreleieren zijn op jaarbasis iets gedaald. Het huidige geraamde inkomen ligt 57.000 euro onder het meerjarig gemiddelde van 2016-2020. Inkomen vleeskuikenbedrijven gedaaldOok het inkomen van een gemiddeld vleeskuikenbedrijf is in 2021 lager. Het gemiddelde is geraamd op 68.000 euro per onbetaalde aje. Dit lagere inkomen is ook het gevolg van hogere voerkosten. De prijs van vleeskuikenkorrel is in 2021 op jaarbasis met 19 procent gestegen. Bij de kuikens maken de voerkosten ruim twee derde uit van de totale bedrijfskosten. De opbrengstprijzen voor vleeskuikens herstelden zich in 2021. Dit geldt zowel voor de regulier gehouden kuikens (circa 65 procent van de productie) als voor langzaam groeiende kuikens (concepten en Beter Leven keurmerk). Gemiddeld stegen de prijzen met 7 procent. Desondanks zijn de opbrengsten gedaald door meer leegstand als gevolg van vraaguitval. Als compensatie daarvoor is coronasteun vanuit de overheid ontvangen. Het huidige geraamde inkomen ligt 35.000 euro onder het meerjarig gemiddelde van 2016-2020. Onbetaalde arbeidsjaareenheidWageningen Economic Research berekent het agrarisch inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). Agrarisch ondernemers en hun gezinsleden verrichten in de meeste sectoren nog het merendeel van de arbeid zelf, maar krijgen meestal geen salaris. Een arbeidskracht die in een jaar 2.000 uur of meer werkt, wordt gezien als één aje. Wie minder werkt, telt voor minder dan één aje. Wageningen Economic Research deelt het inkomen uit bedrijf in deze situatie door het aantal onbetaalde aje. Op deze manier zijn de inkomens van verschillende bedrijfstypen beter met elkaar te vergelijken. Bron: Wageningen Economic Research |