Pluimveeweb: Verspreiding wilde vogels goede voorspeller vogelgriepuitbraken op pluimveebedrijven

19-05-2022
Gegevens over de verspreiding van wilde eenden, knobbelzwanen en rotganzen kunnen helpen bij het voorspellen van het risico op een vogelgriepuitbraak op pluimveebedrijven. Dat blijkt uit onderzoek van Janneke Schreuder van Wageningen University & Research in samenwerking met Universiteit Utrecht en Sovon Vogelonderzoek.

Schreuder onderzocht de omgevingsfactoren van 26 uitbraken met hoogpathogene vogelgriep op Nederlandse pluimveebedrijven en vergeleek die met factoren rondom 104 niet besmette controlebedrijven. Via ‘machine learning’ analyseerde de onderzoekster voorspellende indicatoren voor vogelgriepuitbraken. Dichtheden van wilde vogels bleken de beste voorspellende indicatoren; 19 van de 20 hoogst scorende indicatoren betroffen wilde vogels. Daarvan waren 17 watervogels en twee roofvogels. Naast wilde vogels, droeg ook één van de landschapskenmerken, het agrarisch gebruik, bij aan de voorspelling van vogelgriep op pluimveebedrijven.

Wilde eend

Van de watervogels bleek de wilde eend de belangrijkste bijdrage te leveren aan de risicovoorspelling, gevolgd door de knobbelzwaan, rotgans en smient. „Voorheen werd vooral gekeken naar landschapskenmerken zoals open water als voorspellende factor. Landschapskenmerken spelen een rol bij de aanwezigheid van wilde vogels en de aantallen waarin zij voorkomen op een bepaalde plek. Uit mijn onderzoek blijkt dat de aanwezigheid en aantallen wilde vogels betere indicatoren zijn bij het voorspellen van een vogelgriepuitbraak op pluimveebedrijven, dan de landschapskenmerken op zich”, legt Schreuder uit.

Prioritering

„Ondanks het beperkte aantal geanalyseerde vogelgriepgevallen, 26 in totaal, blijkt het model een nauwkeurige voorspelling te geven van het risico op een uitbraak”, zegt onderzoekster Schreuder. Volgens haar zijn deze analyses en de risicokaart van vogelgriep die eruit voortvloeit goede hulpmiddelen om de monitoring op vogelgriep te prioriteren. Ook draagt deze kennis bij aan het gericht inzetten van preventieve maatregelen om insleep van vogelgriep op bedrijven te voorkomen. „Bovendien kunnen de kaarten helpen om te bepalen waar pluimveebedrijven het best gevestigd kunnen zijn om het risico op een vogelgriepuitbraak tot een minimum te beperken.”

Verspreiding

De aanwezigheid en aantallen van de wilde eend en de knobbelzwaan zijn volgens het model van Schreuder van het grootste belang, gevolgd door enkele ganzensoorten. „In veel van deze watervogels zijn in diverse recente vogelgriepuitbraken de hoogpathogene virusvarianten gevonden, net als bij enkele andere soorten uit de lijst met best voorspellende vogelsoorten”, vertelt de onderzoekster. Het onderzoek geeft geen duidelijkheid over de rol van deze vogels bij het overbrengen van het vogelgriepvirus naar pluimveebedrijven. „Verder onderzoek naar deze vogelsoorten kan daarvoor nieuwe aanknopingspunten geven.”

Promotie

Het onderzoek naar voorspellende factoren voor vogelgriepuitbraken maakte deel uit van het promotieonderzoek van Janneke Schreuder. Dit onderzoek was onderdeel van het topsectorenproject Fight Flu, gefinancieerd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en AVINED.

De wetenschappelijke publicatie over het onderzoek naar voorspellende indicatoren voor vogelgriepuitbraken op pluimveebedrijven verscheen recent in Pathogens 2022, 11 (5), 549. Schreuder deed haar promotieonderzoek bij de Faculteit Diergeneeskunde aan de Universiteit Utrecht en promoveerde op 13 juli 2021. Voor haar onderzoek werkte ze samen met Wageningen University & Research (Wildlife Ecology and Conservation), Wageningen Bioveterinary Research (Epidemiology, Bioinformatics and Animal Models) en Sovon Vogelonderzoek Nederland.

Beleidskeuzes

Schreuder rondde vorig jaar haar promotieonderzoek af en is inmiddels werkzaam bij Wageningen Livestock Research. In haar nieuwe functie is ze niet meer betrokken bij het vogelgrieponderzoek. Als onderzoeker doet Janneke Schreuder geen uitspraken over het beleid en beleidskeuzes, geeft ze aan na vragen van de redactie van Pluimveeweb.nl. Zij doet geen uitspraken over de plaatsingsbeleid en/of een eventueel verbod van de bouw van nieuwe stallen in waterrijke gebieden. Voor de vertaalslag naar de beleidskeuzes is Janneke Schreuder niet de aangewezen persoon. Het is aan de overheid om daarin keuzes te maken.

Als het gaat om de vertaalslag naar de praktijk, dan is de belangrijkste aanbeveling van Janneke Schreuder om deze analyses en kaarten te blijven maken omdat ze een belangrijk hulpmiddel zijn bij het monitoren van vogelgriep. Ze hebben dan een signaalfunctie richting te praktijk, die indien nodig extra maatregelen kunnen nemen om insleep te voorkomen op hun eigen bedrijf.

Bronnen: Wageningen UniversityResearch

 
 

Inloggen op de ledenportal