Boerderij: Vogelgriep houdt Gelderse Vallei in ijzeren greep

20-05-2022

Redactie

Norbert van der Werff

redacteur

De Gelderse Vallei wordt geteisterd door de vogelgriep. Bij een tiental pluimveebedrijven is AI vastgesteld, 23 andere werden uit voorzorg geruimd. En nu heeft Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) ook nog eens sterke aanwijzingen voor besmettingen van bedrijf tot bedrijf. Pluimveehouders maken zich zorgen over de toekomst.

De besmetting bij het vermeerderingsbedijf van Jolanda en Gerard van de Glind in Terschuur op 23 april kwam niet volledig als een verrassing, vertelt Gerard van de Glind. Er waren in de regio al diverse uitbraken. “Ik hield er rekening mee. De wind stond de verkeerde kant uit; die waaide van eerder besmette bedrijven naar ons bedrijf toe. Ik denk dat de besmetting met de wind te maken heeft.”

“Zaterdagochtend was er nog niks aan de hand, maar ’s middags was er in één van de drie stallen verhoogde uitval. Ik heb toen de dierenarts gebeld en die was er binnen drie kwartier. De dierenarts heeft direct de NVWA ingelicht en ook die was er binnen 45 minuten. Er zijn swabs genomen en om 23.30 uur kregen we de uitslag. Omdat er een sterke verdenking was, was de ruiming al in de planning gezet voor zondagochtend.”

De 28.600 vleeskuikenouderdieren werden geruimd. Toevallig waren ze al op leeftijd en had hij al nieuwe besteld. Die zitten al in de opfok. Van de Glind krijgt van het geruimde pluimvee de dagwaarde vergoed uit het Diergezondheidsfonds. De gederfde inkomsten door de leegstand en het voer dat in de silo zit, worden niet vergoed.

Zorgboerderij

Hans van Eck verkeert in een totaal andere situatie. Pluimvee is voor zijn zorgboerderij Eck-stra in Lunteren maar een kleine tak. Bij de zorgboerderij werden 23 april 2.650 biologische leghennen uit voorzorg geruimd na een besmetting van een pluimveehouderij in de buurt een dag eerder. Uit monsters bleek later dat de dieren niet besmet waren. De financiële schade was beperkt, maar de ruiming raakt Van Eck diep. “Het was niet de zwartste dag uit mijn leven, maar wel de zwartste dag uit mijn boerenbestaan. De ruiming doet pijn, daar ben je geen boer voor. De afgemaakte hennen waren gezonde dieren en er mankeerde niets aan de eieren die vernietigd zijn.”

De ruiming maakte ook indruk op de deelnemers van de zorgboerderij, onder meer kinderen en volwassenen met een stoornis in het autismespectrum. “De ruiming was op een zaterdag, toevallig net een zaterdag dat we niet geopend waren, want anders hadden we actie moeten ondernemen richting de deelnemers. We hebben ze wel een mail gestuurd. Maandag mochten we weer open en toen kwamen de deelnemers schoorvoetend binnen. Zou boer Hans verdrietig zijn? Ik heb uitgelegd dat het pijn doet, maar dat we verdergaan. Als je er nuchter mee omgaat, doen de deelnemers dat ook. Als boer Hans meevoetbalt, valt het dus wel mee. Kinderen pakken de draad doorgaans weer snel op. Eén jongetje kwam ’s avonds een tekening brengen die hij thuis had gemaakt. Dat helpt bij de verwerking.”

Noodzaak

Of de preventieve ruiming noodzakelijk was, vindt de zorgboer een lastige vraag. “We zitten op 750 meter van het besmette bedrijf en daar zit de snelweg A30 nog tussen; we hadden geen contact met dat bedrijf. De wind stond ook nog eens gunstig.” Aan de andere kant stelt hij dat toen bij een eerdere AI-besmetting in Lunteren niet preventief geruimd is er later een nieuwe besmetting op 700 meter afstand aan het licht kwam. Wellicht had die besmetting niet plaatsgevonden als er uit voorzorg geruimd was.

Van Eck is van mening dat er bij een preventieve ruiming voor eieren een betere regeling moet worden getroffen, zodat ze niet onnodig hoeven te worden vernietigd. “Dan hadden we een paar dagen kunnen wachten tot de uitslag van de test en toen die negatief bleek, hadden de eieren gewoon kunnen worden geconsumeerd.”

Geen extra financiële steun

Het besluit om door te gaan met pluimvee was bij de zorgboerderij snel genomen. Van Eck stelt dat de economische schade gering is vergeleken met andere geruimde pluimveehouders. Die maken zich veel zorgen over de toekomst. “Ze stellen zichzelf de vraag: hoe moet ik verdergaan? Moet ik een nieuw koppel opzetten en wanneer dan? Je moet er niet aan denken dat je opnieuw geruimd wordt. De toekomst is onzeker en dat raakt de boerenbevolking diep.”

Lees het artikel verder in het digitale magazine

 
 

Inloggen op de ledenportal