Pluimveeweb: Merendeel Nederland wil dat wolvenstand beperkt en beheerd wordt03-07-2022
Het merendeel van de Nederlanders accepteert dat de wolf in Nederland is, maar wil wel dat het aantal wolven beperkt blijft en dat er beheer plaats vindt. Er moet meer ruimte komen om de hoeveelheid wolven in Nederland op enigerlei wijze te reguleren. Verder vindt de Nederlander het ook niet aanvaardbaar dat wolven onbelemmerd wilde dieren en landbouwhuisdieren kunnen doden. Dat blijkt uit een opinie-onderzoek van Stichting Annemieke naar hoe Nederland denkt over de wolf, dat deze week werd aangeboden aan de vaste commissie Landbouw van de Tweede Kamer.
De discussie omtrent de wolf is nog lang niet ten einde. Voor- en tegenstanders voeren soms verhitte debatten, maar tot op heden was het niet bekend wat de Nederlander nu vindt van de terugkeer van de wolf. Voor stichting Annemieke reden om een representatief onderzoek uit te voeren naar de mening van de Nederlander. De uitkomst van het onderzoek in niet zozeer verrassend, maar wel opvallend. Stichting Annemieke komt op voor dieren die de dupe worden van minder succesvolle planologie of waar het zelfs helemaal mis gaat. De stichting wilde weten hoe de Nederlandse bevolking denkt over de wolf en gaf Klaas Dijkstra van Zest marketing en communicatie de opdracht. Uit de gegevens van het Wolvenonderzoek van de stichting blijkt dat het aantal incidenten met wolven in Nederland hand over hand toe. In 2020 waren er in Nederland tot oktober van dat jaar al ruim twee keer zoveel wolvenaanvallen geregistreerd als in heel 2019. Vanaf 7 maart 2015 hebben inmiddels 1.148 dodelijke bijtincidenten met landbouwdieren plaatsgevonden, waarvan de wolf met zekerheid als dader is vastgesteld. Dat blijkt uit de meldingen van schade door wolven die BIJ12 heeft verzameld. Aantal incidentenUit de gegevens van het Wolvenonderzoek van de stichting blijkt dat het aantal incidenten met wolven in Nederland hand over hand toe. In 2020 waren er in Nederland tot oktober van dat jaar al ruim twee keer zoveel wolvenaanvallen geregistreerd als in heel 2019. Vanaf 7 maart 2015 hebben inmiddels 1.148 dodelijke bijtincidenten met landbouwdieren plaatsgevonden, waarvan de wolf met zekerheid als dader is vastgesteld. Dat blijkt uit de meldingen van schade door wolven die BIJ12 heeft verzameld. Het gros van die aanvallen vond plaats in Noord-Brabant, Drenthe, Overijssel, Gelderland en Friesland. Op basis van een WOB-verzoek van Stichting Annemiek bij de Nationale Politie blijkt dat in de jaren 2018, 2019, 2020, 2021 en 2022 er 374 bijtincidenten op schapen hebben plaatsgevonden waar een hond bij betrokken was. In Nederland worden 1,7 miljoen honden gehouden tegenover 30 wolven die zich in Nederland ophouden. De aanwezigheid van wolven is dus niet zonder gevolgen en zou ecologen, bestuurders en politici moeten dwingen om een echt debat te voeren. Dat is precies wat stichting Annemieke met het onderzoek wil bereiken. 1500 respondentenVoor dit kwantitatieve online onderzoek is een doorsnee van de Nederlandse bevolking benaderd en ruim 1500 mensen vulden de vragenlijst in. Dat de wolf steeds vaker in Nederland voorkomt, vindt 29 procent prima; 24 procent is echter tegenstander. De rest is neutraal. Er is dus een kleine meerderheid die voorstander is. Maar Als gevraagd wordt dat de wolf veel meer dieren dood dan dat ze opeten is het aantal tegenstanders ineens gestegen naar 67 procent en voorstanders 7 procent. Ook is 58 procent tegenstander van de wolf als deze roofdieren ook koeien, schapen en andere huisdieren (honden en katten) doden; 8 procent is nog steeds voor. 44 procent is ook tegenstander als blijkt dat de wolf de stand van grote wilde dieren drastisch verminderd; 30 procent is voorstander. (Tekst gaat na illustratie verder) Niet in mijn achtertuin34 procent vindt dat er plaats is voor wolf in Nederland.; 26 procent heeft die overtuiging niet. Maar het beeld van de wolf veranderd totaal als gevraagd wordt of men het aanvaardbaar vindt dat de wolf zich inmiddels ook in de stad of sterk verstedelijkt gebied vertoond. 58 procent is dan tegen en 16 procent voor de wolf in Nederland, waarvan 71 procent van de plattelanders dit vindt en 52 procent van de stedelingen. 59 procent van de 1500 respondenten denkt zelfs dat wolven die door stedelijk gebied lopen kinderen en kleine huisdieren iets aan kunnen doen. Uit verdere vragen wordt duidelijk dat de meeste Nederlanders toch niet helemaal een goed gevoel hebben bij de wolf. 61 procent zegt dat wolven in speciaal aangewezen gebieden moeten verblijven. 17 procent wil een nulstand en 22 procent meent dat de wolf gewoon vrij moet kunnen rondlopen. 55 procent is van mening dat dat de situatie met de wolf ook weleens uit de hand kan lopen omdat er teveel wolven zijn of komen; 16 procent veronderstelt dat dit niet zo’n vaart loopt. Partij voor de DierenOp de vraag of men dat de Nederlandse overheid een maximum voor het aantal wolven moet instellen net zoals zij doet voor zwijnen, reeën, herten en moeflons op de Veluwe, antwoordt 63 procent dat er een maximum gesteld moet worden, 18 procent wil een nulstand en 19 procent wil geen maximum. 55 procent vindt dat een wolf die problemen veroorzaakt, afgeschoten mag worden; 15 procent wil dit niet. Uit het onderzoek komt een sterk beeld naar voren dat vooral de PvdD-stemmers voorstander zijn een vrijlopende wolf en alle gevolgen geaccepteerd moeten worden. Op de vraag of de overheid dient in te grijpen door een afschotvergunning te verstrekken als er teveel wolven komen, zegt 34 procent de PvdD aanhangers ‘Zeker Niet’; tegen 1 procent van de CDA-stemmers en 3 procent van de BBB-stemmers. Een andere vraag: Vindt u het aanvaardbaar dat de wolf zich inmiddels ook in de stad/sterk verstedelijkt gebied vertoond? Hier beantwoordde 31 procent van de PvdD-stemmers dat 'zeer zeker' tot 'zeker' aanvaardbaar. Van de D66-ers vindt zelfs 33 procent dit aanvaardbaar en VVD-ers 13 procent. In de meer Randstedelijke provincies Utrecht en Zuid-Holland is respectievelijk 48 en 57 procent voor het verstrekken van een afschotvergunning. In de rest van Nederland ligt dit percentage hoger met Zeeland als uitschieter met een percentage van 77 procent. Overheid beperkingen stellenUit het onderzoek van stichting Annemieke komt dus duidelijk een beeld naar voren dat er onder de Nederlander de nodige zorg en twijfel is over de wolf en dat de overheid beperkingen moet stellen aan de wolvenstand. Dat de wolf in Nederland is, lijkt voor de meeste Nederlanders echter geen probleem te zijn. Zo’n 18 tot 20 procent is voor het streven een nulstand. Stichting AnnemiekeStichting Annemieke controleert al jaren plannenmakers (Oostvaardersplassen, rewilders, Marker Wadden) op onder meer het dierenwelzijn van wilde dieren. In het geval van wolven vindt de stichting dat ecologen in het wolvendossier een onveranderlijke visie hebben en veelal niet vatbaar zijn voor enige vorm van kritiek. Gelijktijdig hebben zij, volgens Stichting Annemieke, onvoldoende oog voor het dierenleed wat hierdoor aangericht wordt. Zoveel mogelijk Nederlanders moeten gaan inzien dat dierenleed vergelijkbaar met de Oostvaardersplassen voorkomen moet worden. Stichting Annemieke streeft en nulstand na. Dit betekent dat het streven nul is, dit betekent niet dat dit ook werkelijk behaald wordt. Als we niets doen, dan is de ramp over 5 jaar niet te overzien. |