Pluimveeweb: Fotoserie: Hardeman halveert legstapel in nieuwe bio-stal

07-07-2022
Harmen Hardeman halveert zijn leghennenstapel met de bouw van zijn nieuwe biologische leghennenstal van 25.000 naar 12.000. Hij bouwde de nieuwe stal op de plek van zijn vrije-uitloopstal en turnde zijn scharrelstal om naar mestloods. Een met glaswol geïsoleerd dak op de overdekte uitloop, een brandwerende muur en onderdrukventilatie zijn de opvallendste zaken in de nieuwe stal van de leghennenhouder uit Renswoude (UT).

Harmen Hardeman in zijn nieuwe biologische leghennenstal.

Harmen Hardeman (36) runt samen met zijn vrouw Corine (36) en ouders Henk-Jan (62) en Steefje (60) een kalver- en leghennenbedrijf in Renswoude (UT). Ze houden in één stal 1.100 blank vleeskalveren en in één stal 12.000 biologische leghennen. Harmen verzorgt de kalveren, zijn vader de leghennen en zijn moeder helpt met afdraaien van de eieren. Corine zorgt voor hun vijf kinderen, die tussen 2 en 12 jaar oud zijn, en springt in drukke perioden bij. Harmen is sinds maart dit jaar tevens gemeenteraadslid in Renswoude. Beeld: Familie Hardeman

De nieuwe biologische leghennenstal staat op de plek van de oude vrije-uitloopstal. Hardeman liet deze oude stal eind vorig jaar slopen.

Tussen de technische ruimte en de stal zit een brandwerende muur en een dikke brandwerende deur die beide een uur lang brandwerend zijn. „Ik heb voor de bouw de brandweer en de verzekering uitgenodigd om hierover te overleggen. Samen hebben we dit besloten. Ik maak liever vooraf afspraken hierover dan dat je achteraf voor verrassingen komt te staan en extra investeringen moet doen”, motiveert Hardeman.

Hij koos een volièresysteem van VDL Jansen Poultry Equipment. Zijn vader Henk-Jan schakelde in 2000 om van eenden naar leghennen omdat het rendement met eenden te wensen overliet. Vader koos destijds voor een volièresysteem van Farmer Automatic. Hardeman vroeg nu bij vier partijen een offerte op. Later bleven er twee over. „Twee partijen boden een legnest met kiepbodem aan, maar wij wilden liever een uitdrijfhek. In onze oude stallen was de nestbezetting vooraan in de afdeling hoger dan achteraan. Daardoor werden de kippen wel eens de eierband op gedrukt. Met kiepbodemnesten zou dat problemen opgeleverd hebben.” Hij koos voor een volièresysteem van Jansen omdat hij deze het meest degelijk en doordacht vond. Ook koos hij voor moederdierennesten van VDL Jansen omdat de hennen daarin meer ruimte en comfort hebben.

De hekjes komen ’s avonds naar voren om de hennen uit het nest te drijven.

„Bij dit volièresysteem staat iedere 1,2 meter een poot. Bij het volièresysteem van de laatste overgebleven stalinrichter iedere 2,40 meter. Dit heeft voor- en nadelen, maar door de korte overspanning ben ik er zeker van dat delen van het systeem niet door gaan buigen als je erop gaat staan tijdens een controle of het vangen van de hennen. Het systeem van Jansen is gewoon heel degelijk”, motiveert Hardeman zijn keuze.

„De zitstok van de hennen is zo gemaakt dat de hennen met de kont naar achteren gaan zitten en op de mestband poepen”, legt Hardeman uit.

„Op de plek van de liggers zit geen ijzerdraad om schuilplekken voor vogelmijten te voorkomen”, wijst Hardeman aan. „Hier is goed over nagedacht door de ontwerper van het systeem.”

De profielen van het systeem zijn heel open zodat vogelmijten geen tot nauwelijks plekken hebben om te schuilen. „Overal is goed over nagedacht. Daarom ging de voorkeur van ons uit naar dit volièresysteem.”

Onder het systeem zitten strooiselschuiven. „Het is een type strooiselschuif waar Jansen al langere tijd mee werkt.”

Hardeman werkt met een extra breed volièresysteem vanwege de eis van minimaal 45 procent rooster ten opzichte van het vloeroppervlak. Hij liet daarom twee rijen ledlichtslangen installeren zodat er voldoende licht is onder het systeem en zijn hennen geen grondeieren gaan leggen.

De pluimveehouder koos op advies van zijn installateur voor deze veelgebruikte ledlampen.

In twee van de vier afdelingen hangen automatische dierwegers. Hardeman vindt het met name tijdens de opstartfase belangrijk om de groei van de hennen te volgen. „Dankzij de dierweger kan ik de groei van de hennen op mijn stalcomputer volgen en hoeven we de hennen niet handmatig te wegen. Bovendien meten we ook de activiteit van de hennen met de dierwegers.”

De leghennenhouder koos voor onderdrukventilatie. „Toen gelijkdrukventilatie net in opmars kwam, dacht ik dat gelijkdrukventilatie het helemaal was in uitloopstallen. In de winter biedt het zeker voordelen, maar in de zomer geeft het ook nadelen, hoorden we van onze adviseurs. Onder meer vanwege het inblazen van warme lucht en het energieverbruik. Alles overwegede hebben we met overtuiging gekozen voor onderdruk.”

Hardeman koos voor een extra grote warmtewisselaar voor de vereiste ammoniak- en fijnstofreductie. „De warmtewisselaar verzorgt tevens de eerste stap (10 procent) van de ventilatie. Op koude winterdagen kom ik daar een heel eind mee, waardoor het ook nauwelijks gaat tochten door de uitloopschuiven. De wisselaar werkt namelijk op basis van gelijkdrukventilatie.”

In de warmtewisselaar zit een grote zogeheten axiaal ventilator om de lucht met hoge druk vanuit de warmtewisselaar door de mestbuisbeluchting te blazen.

Hardeman wilde geen buizen van de warmtewisselaar op zijn staldak omdat hij dit mooi vindt en volgens hem condensvorming optreedt. Daarop liet hij dit luchtkanaal installeren om warme stallucht voor de warmtewisselaar af te zuigen uit de nok van de stal. „In de nok van de stal zit de warmste lucht. Daarom wilde ik dit zo”, motiveert hij.

In de stal zitten buizen en een brede luchtslang om de lucht vanuit de warmtewisselaar naar de mestbeluchting te transporteren. De leghennenhouder installeerde geen nevelkoeling. „De voorzieningen zitten er wel, maar we hebben het niet geïnstalleerd omdat we denken het niet of nauwelijks nodig te hebben. Bij biologische hennen is de bezetting veel lager dan bij scharrelhennen. Bovendien heeft deze stal meer volume dan de oude stal en is hij veel beter geïsoleerd.”

De overdekte uitloop is 7,5 meter breed, de helft van de breedte van de leghennenstal. „Aangezien we maar aan één kant overdekte uitloop konden maken, mocht de binnenruimte van de stal maximaal 15 meter breed worden. Dat is een vereiste van KAT.”

Hardeman wilde beslist een geïsoleerd dak boven de overdekte uitloop. „Veel daken van overdekte uitlopen zijn enkel van daglicht doorlatende platen. Dat wilde ik niet omdat het daaronder op zomerdagen erg warm wordt. Dan creëer je een kas. Die warme lucht trek je dan de stal in door de luchtinlaatventielen waardoor het in de stal ook te warm wordt.” Om aan de daglichteisen te voldoen liet hij geïsoleerde daglichtramen installeren in het dak van de overdekte uitloop.

De hekken in de uitloop staan schuin. „Voor iedere 150 kippen moeten we verplicht een strekkende meter uitloopschuif hebben. De spanten tellen niet mee. Daarom moesten we de uitloophekken schuin maken”, motiveert Hardeman, die zijn stalinrichter hierover inlichtte. De stal bestaat uit vier afdelingen van ieder 3.000 biologische leghennen – het maximaal aantal per afdeling volgens de regels van KAT. Vanuit de stal naar de overdekte uitloop zijn de regels minder streng. Hier geldt een maximum van 500 hennen per strekkende meter uitloopschuif.

Om aan de verplichte aantal strekkende meters uitloopschuif te voldoen zit voor in de uitloop ook nog een uitloopschuif. De uitloopschuiven zijn licht doorlatend. „Wellicht wordt dat straks een eis. Zodoende ben ik flexibel in mijn nieuwe stal om eventueel over te kunnen schakelen naar een andere markt dan biologisch.” De buitenkant bestaat uit geperforeerd damwand. „Geperforeerd damwand had mijn voorkeur boven windbreekgaas vanwege de langere levensduur en uitstraling. Ik dacht aanvankelijk dat ik grof windbreekgaas moest kiezen om voldoende daglicht in de overdekte uitloop te krijgen omdat ik geen daglichtplatendak heb. Maar later bleek dat dit niet nodig was. Daarop koos ik voor de geperforeerde damwand.”

Buiten de stal hangen korte stukjes drinknippellijn. „In de overdekte uitloop werk ik met drinktorens. Dat wilde ik hier niet vanwege de hygiëne. Daarom zitten er ook geen lekschaaltjes onder de drinknippels buiten, maar ruifjes.”

De uitloopschuiven zitten aan de buitenkant van de overdekte uitloop zodat de onderdrukventilatie deze verder dichttrekt en niet verder open. Dit voorkomt leklucht op koude winter- en herfstdagen, wanneer de uitloopschuiven ‘s nachts dicht zitten.

De uitloopschuiven maken bij het sluiten een draaiende beweging waardoor ze goed afsluiten.

Aan de kant van de uitloop van de stal zitten de afvoerputjes voor het spoelwater tijdens het schoonspuiten van de stal. De vloer loopt schuin af.

Hardeman koos voor een klimaatcomputer van Hotraco aangezien zijn installateur hier dealer van is. Ook liet hij een dosator installeren om toevoegingen door het water te doen.

Boven de klimaatcomputer in de technische ruimte zit een rookmelder (het witte ronde kastje). „Indien er rookontwikkeling is, krijg ik alarm op mijn mobiele telefoon zodat ik kan kijken wat er aan de hand is of meteen de brandweer kan bellen”, verklaart Hardeman.

De nieuwe stal staat de naastgelegen voormalige scharrelstal waarvan Hardeman de achterkant als mestloods gaat gebruiken. Hij liet twee nieuwe silo’s plaatsen en een silohut met weger.

Hardeman hield tot november 2018 hennen in de voormalige scharrelhennenstal. Hij liet bewust op deze stal zonnepanelen installeren. „Zonnepanelen geven altijd een klein risico op brand. Daarom heb ik het op deze stal laten installeren waarvan ik de achterkant nu als mestloods gebruik en niet op de nieuwe stal waarin dieren komen.”

De eierband loopt buiten de stal naar het eierlokaal.

De eierband gaat ook nog een stukje onder het pad door.

Het eierlokaal zit sinds het jaar 2000 in een voormalige loods. De leghennenhouder werkt met een oude Moba-inpakker. „We houden slechts 12.000 biologische leghennen. Daarvoor is de inpakker ruim toereikend.” Wel installeerde de familie enkele jaren terug een Kletec-palletizer.

Hij liet in het verleden eigen eierdoosjes ontwikkelen voor zijn vrije-uitloopeieren. „Voor de biologische eieren moet ik nog nieuwe doosjes laten ontwikkelen.”

Hardeman liet een tweedehands, zelf startend noodstroomaggregaat installeren.

De nieuwe stal is voorzien van een Ocatalarm.

Vanuit dit hokje op het erf doet Hardeman aan huisverkoop.

De familie verkoopt wekelijks 1.500 eieren vanuit haar eierautomaat. Hardeman ziet niet veel kansen dit aantal te vergroten. „Hier in de omgeving zitten heel veel leghennenhouders waarvan sommigen al aan huisverkoop doen. Al is het wel leuk werk en een mooie manier om consumenten te spreken.”

Voorbijgangers zien op het bord dat hier een familiebedrijf zetelt waar eieren te koop zijn.

Lees de reportage met het ondernemersverhaal van Harmen Hardeman zaterdag 9 juli in het regionale agrarische vakblad Agraaf.
 
 
 

De vader van Harmen Hardeman had in de jaren ’90 een traditioneel gemengd bedrijf met melkkoeien, vleesvarkens en vleeseenden. „Het rendement bij de eenden viel tegen. Daarop is mijn vader in 2000 omgeschakeld naar vrije uitloop hennen”, blikt Hardeman terug.

Aanvankelijk hield vader Gert-Jan in twee stallen vrije uitloop hennen totdat een overdekte uitloop verplicht werd. Daar was in de kleinste stal geen ruimte voor. Daarop schakelde vader in die stal over op scharrelhennen. De laatste jaren hield hij 16.000 vrije uitloop hennen en 9.000 scharrelhennen.

Vader stopte in 2006 met de melkkoeien vanwege de relatief kleine omvang, de ontbrekende uitbreidingsmogelijkheden en te hoge investeringskosten. De familie molk slechts 30 koeien. Wel hield vader nog tot 2013 300 vleesvarkens.

Vleeskalveren

Ondertussen was Harmen in 2011 toegetreden tot het bedrijf. „We waren thuis met negen kinderen. Ik was altijd het meest geïnteresseerd in de boerderij”, herinnert Harmen zich. Zo molk hij al op zijn twaalfde de koeien. Vanaf zijn zestiende werkte hij als kraanmachinist bij een loonwerker. Hoewel hij als kind voorbestemd was de boerderij over te nemen, kwamen er destijds twijfels bij Harmen omdat hij veel plezier had in zijn werk. Na een aantal jaren verlangde hij echter naar een terugkeer op de boerderij. „Het loonwerk en contact met mijn collega’s was mooi, maar een eigen boerenbedrijf runnen leek me toch leuker omdat daar veel meer bij komt kijken.” Harmen dacht goed na in welke takken hij verder wilde. „Ik sta het liefst tussen het rundvee. Dat trekt mij veel meer dan de varkens.” Een nieuwe melkveestal bouwen was geen optie. Daarop kwamen ze uit op vleeskalveren. De familie zocht contact met ketenregisseur Van Drie Groep en tekende een voergeldcontract met hen.

Bij de kalveren probeert de familie technisch top te draaien. Daar streeft de familie ook naar in hun nieuwe leghennenstal. „Beide takken vind ik mooi om te combineren. De kalveren houd ik op voergeld. De aankoop van kalveren en het voer regelt Van Drie. Dat geeft enerzijds ook rust. Bij goede technische resultaten ontvang ik meer voergeld. De leghennen zijn voor onze eigen rekening. Wij onderhandelen zelf over de aankoop van leghennen, het voer en verkoop van de eieren. Daar komt toch meer ondernemerschap bij kijken en dat vind ik ook leuk.”

Lees de reportage met het ondernemersverhaal van Harmen Hardeman zaterdag 9 juli in het regionale agrarische vakblad Agraaf. Wil je het vakblad in gedrukte vorm ontvangen of wil je het digitaal lezen? Kies dan hier voor een gratis proefperiode of kies meteen het abonnement dat het best bij jou past.

 
 

Inloggen op de ledenportal