Boerderij: Stijging eierprijzen blijft nog doorzetten

28-10-2022

Eierprijzen blijven nog in prijs stijgen. Sommige marktdeskundigen verwachten wel dat een eind van de prijsstijging in zicht is.

De stijging van de eierprijzen blijft doorzetten. “Er is nog steeds meer ruimte naar boven dan naar beneden”, zegt een kenner van de markt. Terwijl de roep op een rem op de eierprijzen steeds luider wordt, meent een Duitse marktanalist.

De retail heeft deze week ruim besteld. Dat gebeurt vanuit Duitsland vanwege een vrije dag (1 november; Allerheiligen) en extra wordt gebakken.

Noteringen lopen verder op

De noteringen liepen deze week weer verder op. Barneveld noteerde deze week (week 43) de kooi-eieren en de scharreleieren in de lagere gewichten €0,20 hoger, vanaf 59 gram €0,40, gemiddeld over alle gewichten €0,35. De handelsnotering Amsterdamse Grossiers Index voor scharreleieren ging over de hele linie net als in de week ervoor gemiddeld met bijna €0,40 omhoog, zowel bij de witte als bij de bruine.

De Duitse Weser-Ems noteerde de scharreleieren gemiddeld over de gewichtsklassen bij de witte €0,25 hoger, de notering voor de bruine bleef er een paar cent bij achter. De witte kooi-eieren noteerden €0,20 hoger, de bruine plusten net geen €0,10. Opvallend was dat de zwaardere XL-eieren, zowel bij scharrel- als bij kooi, bij wit en bruin, slechts €0,05 tot € 0,10 stegen.

Zesde week op rij geen prijsstijging

De NOP-richtprijs voor scharreleieren 62/63 gram kwam deze week uit op € 14,84 (+€0,40), zowel bij de witte als bij de bruine. Het is de zesde week op rij dat de notering voor witte en bruine eieren exact gelijk is. Gevolg van de regels bij de samenstelling van de richtprijs is dat de notering van tafeleieren niet lager mag zijn dan de (omgerekende) industrienotering en dat bruine eieren niet lager genoteerd mogen zijn de witte. Deze prijzen liggen bij de witte scharreleieren € 8,09 en bij de bruine € 7,30 hoger dan in week 43 vorig jaar.

Industrie blijft betalen en bepalen

Dat de NOP-richtprijs voor de witte en de bruine scharreleieren voor alle gewichten exact gelijk is, wijst erop dat de industrie de eierprijs bepaalt. De industrie is nog steeds bereid te kopen tegen het huidige prijspeil, al lijkt de vraag iets af te vlakken; ‘hoogtevrees’, zo merkte een handelaar gekscherend op.
De Duitse Weser-Ems industrienoteringen gingen deze week €0,05 omhoog, die voor de scharreleieren naar € 2,40, die voor de kooi-eieren naar € 2,25. De Rungis-industrienotering ging met €0,04 omhoog naar € 2,24.

De NOP-richtprijs voor industrie-scharreleieren ging met €0,064 omhoog naar € 2,374, die voor industrie-kooi-eieren steeg met €0,076 naar € 2,270. Ter vergelijking: vorig jaar stonden in week 43 de NOP-industrienoteringen op €0,972 (kooi) en €0,979 (scharrel) . Nu zijn de noteringen 2,3 keer (kooi) en 2,4 keer (scharrel) zo hoog dan een jaar geleden. ’t Is ongekend.

Het hoge prijsniveau is terug te voeren op een wereldwijd lager aanbod. Samenhangend met de vogelgriepuitbraken waardoor leghennenbestanden met enkele tientallen miljoenen zijn geslonken. Dit met de angst voor nog meer vogelgriepuitbraken, dus nog meer wegvallen van aanbod.

Pijn voor deel van de sector

De hoge eierprijzen zijn voor pluimveehouders mooi om te ontvangen (en ook wel noodzakelijk gezien het hoge prijspeil van voer en energie). Maar als je hoge prijzen moet betalen en die moeilijk kunt doorrekenen bij verkoop of de duur ingekochte eieren tegen een afgesproken (lagere) prijs moet doorverkopen, is de situatie heel anders en kijk je anders tegen het hoge prijsniveau aan. ”De bizarre prijsontwikkeling kost ontzettend veel pijn bij een deel van de sector”, merkte een eierhandelaar op. Namelijk bij degenen die contracten tegen vaste prijzen hebben en niet kunnen profiteren van de hoge vrije prijzen, en bij degenen die tegen hoge vrije prijzen moeten bijkopen en tegen afgesproken lagere prijzen moeten verkopen. De hoge prijzen hebben slechts betrekking op een klein deel van de markt, waar normaal gesproken pakweg een kwart van het (Nederlandse) aanbod op weekprijzen wordt verhandeld. “De rest gaat tegen afgesproken vaste prijzen die ver van dat prijspeil afliggen.”

Veel onrust

Daarbij komt dat die vrije markt door lager aanbod is gekrompen, misschien wel gehalveerd. Het zorgt al met al voor veel onrust. Het huidige prijsniveau maakt het lastig welke (prijs)afspraken je als pluimveehouder en pakstation/handelaar moet maken als de huidige aflopen. Dat is een worsteling voor velen die hiermee geconfronteerd worden. Nieuwe vaste-prijsafspraken maken lukt vrijwel niet, zeker niet voor een ronde. Voor een kortere periode (soms) nog wel. Of op basis van weekprijzen.

Nu de vraag van de industrie iets lijkt af te vlakken lijkt het einde van de almaar oplopende prijzen in zicht. “Ik voorzie een horizontaal bewegende prijs”, zei een handelaar. Al is die wens wellicht meer de vader van de gedachte.

Prognose: licht stijgend

Meer informatie over de prijzen van eieren vind je in Boerderij Marktprijzen:

Terug