Boerderij: Rechtbank veroordeelt pluimveebedrijf na verkopen salmonella-eieren

Door met salmonella besmette eieren te verkopen, hebben de bedrijfsleider en de eigenaar van een pluimveehouderij in het Gelderse Lunteren de volksgezondheid in gevaar gebracht. Dat oordeelde de rechtbank in Zwolle donderdag. De twee krijgen een halfjaar voorwaardelijke celstraf en een taakstraf van 200 uur.

Een ernstige salmonellabesmetting na een barbecue in juni 2017 bij een Duits bedrijf leidde uiteindelijk tot onderzoek bij de nevenvestiging in Wouterswoude van het Gelderse pluimveebedrijf. Eieren die in het eten bij die barbecue verwerkt waren, bleken afkomstig uit deze locatie.

Bij die barbecue werden acht personen ziek. Een van hen, een 22-jarige medewerker, belandde in een ziekenhuis en overleed tien dagen later na een heftig ziekteverloop aan het falen van meerdere organen door een ernstige bloedvergiftiging.

Geen dood door schuld

Volgens het Openbaar Ministerie is de salmonellabesmetting zeer waarschijnlijk de oorzaak van de bloedvergiftiging. Hoewel zijn overlijden als een schaduw boven het strafproces hing, werd de bedrijfsleider en de eigenaar van de pluimveehouderij geen dood door schuld verweten.

Op de zitting eerder deze maand liet het OM doorschemeren dat financiële motieven vermoedelijk aan de basis stonden van het verzwijgen van de besmetting. Consumptie-eieren zijn duurder dan industrie-eieren, zo redeneerde ze.

Aangezien besmette eieren alleen aan de industrie verkocht mogen worden, zou een besmetting deze pluimveehouder tussen de 11.700 en 20.200 euro per maand minder omzet hebben opgeleverd.

Rechtbank vermoedt geld als motief

De rechtbank vermoedt dat het bedrijf tot doel had “om een product op de markt te brengen waarmee geld kon worden verdiend en aan extra toezicht en maatregelen door de NVWA te ontkomen.”

De bedrijfsleider en de directeur wisten niet van de besmetting af, zo meenden ze. De rechtbank ziet dat anders. Uit monsters genomen op 30 juni 2016 en 13 juli dat jaar bleek dat er al sprake was van een salmonellabesmetting bij het pluimveebedrijf.

Beide verdachten hadden veel contact over wat er op deze locatie van het Gelderse bedrijf gebeurde. Positieve testresultaten werden bovendien direct telefonisch meegedeeld door het laboratorium.

Geen registratie in KIPnet

Dat maakt dat beide verdachten in juli 2016 wisten dat stal 2 besmet was met salmonella. En wanneer een koppel leghennen eenmaal positief test op salmonella, blijft de status besmet gehandhaafd voor dat koppel, redeneert de rechtbank.

Er zijn gedurende de periode van juli 2016 tot 7 juli 2017 geen maatregelen genomen om de salmonellabacterie uit het koppel leghennen en de stal te verwijderen. Dat maakt dat deze stal met leghennen dus gedurende deze gehele periode besmet is geweest. Het viel de rechters bovendien op dat in die periode geen enkele registratie in KIPnet was gedaan van testuitslagen van stal 2.

Het viel de rechtbank ook op dat in juli 2016 kort achter elkaar monsters zijn genomen waarna alleen de laatste negatief bleek. De rechtbank vermoedt dat toen net zo lang monsters zijn genomen tot er een negatief resultaat naar voren kwam.

Straf en geldboete

Met voedselveiligheid moet zeer zorgvuldig worden omgegaan, stelt de rechtbank verder. Ze rekent het beide verdachten zwaar aan dat ze dit belang ernstig veronachtzaamd hebben, en dat ze bewust de kans op de koop toe namen dat mensen ziek zouden worden door het eten van met salmonella besmette eieren.

Naast de straffen voor de bedrijfsleider en de directeur kreeg het pluimveebedrijf zelf een boete van 80.000 euro. Dat is lager dan de geëiste boete van 140.000 euro, maar de rechters houden hier nadrukkelijk rekening met de lange tijd die is verstreken sinds de ontdekking van de besmetting.