Boerderij: Emissie maakt vergunning overdekte uitloop onmogelijk

14-06-2023

Redactie

Norbert van der Werff

redacteur

Het is voor pluimveehouders op korte termijn nagenoeg onmogelijk om een vergunning te krijgen voor de bouw van een overdekte uitloop.

Dat stelt minister Adema van LNV in een brief aan de Tweede Kamer. Dat heeft grote gevolgen voor de omschakeling naar het Beter Leven-keurmerk (BLk).

Dat vergunningen in het kader van de Wet Natuurbescherming (Wnb) niet meer kunnen worden verleend, hangt samen met de ammoniakemissie van vleeskuikenstallen en de voor BLk verplichte overdekte uitloop. Over die uitstoot is grote onzekerheid, zo staat in twee onderzoeken van Wageningen UR over de gevolgen van de omschakeling naar het Beter Leven-keurmerk.

Uit berekeningen van Wageningse onderzoekers blijkt dat de emissie van ammoniak bij omschakeling naar BLk per dier toeneemt en per stal, ondanks 40% minder dieren, zowel kan afnemen als toenemen. Over de emissie in de overdekte uitloop is weinig bekend. LTO deelde informatie uit het conceptonderzoek in oktober 2022 al met de leden om ze te waarschuwen voor mogelijke gevolgen van de overstap op Beter Leven met één ster.

Langere overgangsperiode

De Dierenbescherming verlengde als houder van het Beter Leven-keurmerk de overgangsperiode voor de bouw van de overdekte uitloop van twee naar drie jaar. Daarmee wordt voorkomen dat pluimveehouders binnen afzienbare tijd geen BLk-kip meer kunnen leveren.

Lees ook: Realtime meting ammoniak langzaam dichterbij

Meetonderzoek

Om de overstap naar productie voor het Beter Leven-keurmerk te bevorderen, kondigt minister Adema metingen aan bij zowel Beter Leven-stallen als gangbare stalsystemen. Dat onderzoek bestaat onder meer uit metingen van de realtime emissie. Het is de bedoeling het meetonderzoek te combineren met de metingen van de emissiearme stallen die al eerder zijn aangekondigd. Ook komen er voorschriften voor gebruik van emissiearme stalsystemen.

Het meetonderzoek duurt zo’n twee jaar en gaat naar verwachting tussen de € 1,5 miljoen en € 2 miljoen kosten. Dat moet worden betaald door de ministeries van LNV en Infrastructuur en Waterstaat, maar mogelijk ook door de sector zelf.

 
 

Inloggen op de ledenportal