Boerderij: Veel meer pluimveehouders benadeeld door eierkartel14-07-2023
De vakgroep pluimveehouderij van LTO/NOP en de NVP gaan samen een stichting oprichten die namens legpluimveehouders de schade gaat verhalen op de drie bedrijven van het eierkartel. Ook pluimveehouders die industrie- of tafeleieren leverden aan andere bedrijven kunnen deelnemen, want ook zij zijn getroffen. Beide brancheverenigingen kondigden de het initiatief voor een stichting donderdagavond 13 juli aan in een webinar. Ze gaven daarin uitleg over de mogelijkheden gezamenlijk actie te ondernemen voor vergoeding van de schade die ze hebben geleden door verboden prijsafspraken en verdeling van de leveranciers. Ze stelden daarover veel vragen van leden te hebben gekregen. Die beantwoordden ze in het webinar. Stichting treedt op als onafhankelijke belangenbehartigerLTO/NOP en NVP hebben bovendien een advocatenkantoor geselecteerd die pluimveehouders helpt bij het verhalen van de schade en gaan daarvoor een stichting oprichten. NVP en LTO/NOP noemen die stappen ‘faciliteren’. De stichting zal opereren als onafhankelijke belangenbehartiger. NVP en LTO/NOP maken er dus geen deel van uit. Wie het bestuur gaan vormen, is nog niet duidelijk. In elk geval dus geen bestuurders van de brancheverenigingen. Mogelijk nemen wel oud-bestuursleden zitting, samen met mensen van buiten de sector. Paraplu-schadeTijdens het webinar legde Damiën Berkhout van advocatenkantoor Lindenbaum uit dat niet alleen legpluimveehouders die industrie-eieren leverden aan Interovo, Wulms/Wulro en Global gedupeerd zijn. Anderen hebben ‘paraplu-schade’ geleden. Boeren die industrie-eieren aan andere afnemers leverden, hebben namelijk door de invloed van de kartelafspraken op de prijzen ook te weinig voor hun eieren ontvangen. Omdat ook de NOP-prijs lager werd, zijn pluimveehouders die tafeleieren leverden eveneens getroffen. Zelfs pluimveehouders die leverden aan België en noordwest-Duitsland kunnen deelnemen aan de gezamenlijke claim. Er is onderzoek gaande naar de eierprijzen als er geen kartel was.
De kartelafspraken hadden betrekking op de periode 13 april 2015 tot en met 22 augustus 2016 (Wulro en Interovo) en 1 maart 2016 tot en met 1 augustus 2019 (Wulro en Global), maar er is volgens Berkhout sprake van een na-ijleffect van zeker een jaar en misschien langer voordat de prijs weer is genormaliseerd. Dat komt veel voor bij wat hij noemt ‘hardcore kartels’, als er zowel prijsafspraken zijn gemaakt als de leveranciers zijn verdeeld. Hoogte schadeBerkhout vertelde dat bij zulke kartels de schade meestal 10% tot 20% van de omzet is. Economische experts van wetenschappelijk instituut SEO Economisch Onderzoek hebben uitgerekend dat het bij dit kartel gaat om in totaal € 21 miljoen tot € 92 miljoen. Dat is echter exclusief rente, na-ijleffecten en paraplu-schade. De grote verschillen tussen de bedragen hangen ermee samen dat de ACM twee scenario’s heeft uitgewerkt: uitgaande van een marktaandeel van industrie-eieren van 20% en van 35%. Schade verhalenDe advocaat gaf aan de schade in een schikking te willen regelen. Mochten de drie bedrijven daar niet toe bereid zijn, dan volgt de stap naar de rechter. Hij merkte op dat toezichthouder ACM een enorme hoeveelheid bewijs voor het bestaan van het kartel heeft verzameld. Dat hoeft dus niet meer te worden aangetoond. Zelfs als het bezwaar van de drie bedrijven zou worden toegekend, is het nog steeds mogelijk in een civiel proces de schade te verhalen. No cure, no payGezamenlijk optreden betekent dat zowel de kosten als data gedeeld kunnen worden en er een sterkere onderhandelingspositie ontstaat. Advocatenkantoor Lindenbaum wil in zee gaan met een externe financier die optreedt op een ‘no cure, no pay’-basis. Die kosten bestaan onder meer uit juridische en economische analyses. Het voordeel van zo’n externe financier is volgens de advocaat dat die diepe zakken heeft en een procedure niet hoeft te worden gestaakt als die heel lang gaat duren en het budget op is. Nadeel is dat de externe financier een percentage van de opbrengst wil. Berkhout: “Dan moet je denken aan 20% tot 30%. De exacte voorwaarden zullen we uitonderhandelen; hoe groter de groep hoe gemakkelijker het is om het percentage laag te houden.” FaillissementEr waren ook veel vragen over wat er zou gebeuren bij een faillissement van de eierverwerkers. Mochten er twee ondernemingen omvallen, dan kan alle schade volgens de jurist bij de derde partij verhaald worden. AnonimiteitTijdens het webinar werd er veel nadruk op gelegd dat pluimveehouders anoniem vragen konden stellen. Bij pluimveehouders heerst schroom om het aan de stok te krijgen met enkele van de grote bedrijven in het toch al kleine speelveld van afnemers van industrie-eieren. Juist over die anonimiteit werden veel vragen gesteld. Een pluimveehouder vroeg zich bijvoorbeeld af of zijn eieren nog wel afgenomen zouden worden. Advocaat Berkhout lichtte toe dat bij deelname aan ‘het collectief’, zoals de gezamenlijk optredende pluimveehouders werden genoemd, waarschijnlijk de anonimiteit tot in een laat stadium gehandhaafd kan blijven. De bewijsstukken worden in een groter geheel aangeleverd en zelfs de uitbetaling gebeurt via een derde partij. “Maar we kunnen het niet helemaal uitsluiten.” |