Boerderij: Duurzaamheidspremie Beter voor Natuur & Boer 0,34 tot 0,46 cent per ei23-11-2023
De nieuwe Stichting Beter voor Natuur & Boer heeft de criteria van het eierprogramma gepubliceerd. De duurzaamheidspremie wordt 0,34 tot 0,46 cent per ei op de marktprijs. De stichting Beter voor Natuur & Boer heeft het certificatieschema overgenomen van Albert Heijn, dat het programma in 2017 ontwikkelde als privaat label. Het is nu een keurmerk waaraan ook legpluimveehouders die niet aan AH leveren, kunnen deelnemen. Voorwaarde is wel dat hun ketenpartners zich bij het programma aansluiten. Het streven is om Topmerk van Milieu Centraal te worden. De duurzaamheidspremie die legpluimveehouders ontvangen, bedraagt voor eieren met één Beter Leven-ster (scharreleieren) 0,34 cent per ei op de marktprijs voor eieren met één BLk-ster. Voor eieren met twee Beter Leven-sterren (vrije-uitloopeieren) is die toeslag 0,46 cent per ei boven de marktprijs voor eieren met twee sterren. Die premie is er niet alleen om investeringen voor verduurzaming te kunnen doen, maar moet er ook aan bijdragen dat de aangesloten legpluimveehouders hun brood kunnen verdienen. De berekeningen voor een gezond verdienmodel voor de pluimveehouder zijn uitgevoerd door Wageningen Economic Research. De hoogte van de toeslag kwam tot stand in samenspraak met pluimveehouders in de klankbordgroep en andere schakels in de keten. Natuur & Boer-eieren sinds kort in het schapAlbert Heijn kondigde in april het Beter voor Natuur & Boer-programma voor eieren aan. Sinds medio oktober liggen ze bij AH in het schap. De witte eieren van witte leghennen worden geproduceerd door vijftig legpluimveehouders. Er is gekozen voor witte kippen, omdat die minder eten en dus een lagere CO2-uitstoot hebben. Het certificatieschema is gebaseerd op het Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming met één of twee sterren, maar er zijn extra criteria op het gebied van dierenwelzijn, klimaat en transparantie in de pluimveeketen. Bovendien maken de retailer en de eierhandelaar afspraken met de pluimveehouder voor minimaal drie jaar over de gegarandeerde afname. In ruil voor hun extra inspanningen om te verduurzamen, krijgen de pluimveehouders een toeslag. De details van het programma waren nog niet in brede kring bekend. Albert Heijn wilde daar uitsluitend geïnteresseerde legpluimveehouders over informeren. Lage bezettingsgraadDe legkippen in het ‘Beter voor’-programma moeten volgens de KAT-richtlijnen opgefokt worden bij een opfokbedrijf in Nederland. Als ze zijn uitgelegd, dienen ze te worden geslacht bij de dichtstbijzijnde slachterij. Die mag maximaal 5 uur rijden van het pluimveebedrijf verwijderd zijn. Beter voor Natuur & Boer onderscheidt zich daarnaast door de lage bezettingsgraad van maximaal 7,8 kippen per vierkante meter. Daarbij mogen de meters van de overdekte uitloop worden meegerekend. Bij het Beter Leven-keurmerk is de bezetting maximaal 9 hennen per vierkante meter. Dat is inclusief de oppervlakte van de overdekte uitloop. Op de ‘doorontwikkelagenda’ van Beter voor Natuur & Boer staat onderzoek aangekondigd naar de welzijnseffecten van het verlagen van de bezetting van 9 naar 7,8 of minder dieren per vierkante meter. Mogelijk gaat de bezetting dus in de toekomst verder omlaag. Voer moet GMP+ zijnBovendien worden de voor- en nadelen van uitkomen in de stal onderzocht. Het gaat daarbij om broedeieren waarvan het geslacht in ovo is vastgesteld. Ook early feeding van eendagskuikens na uitkomst in de broederij wordt onder de loep genomen. Een ander plan is om op de verpakking een QR-code te zetten met het oog op traceerbaarheid en transparantie. Het voer voor de kippen die ‘Beter voor’-eieren leggen moet afkomstig zijn van mengvoerfabrikanten die zijn gecertificeerd voor GMP+. Aan soja en palmolie worden duurzaamheidseisen gesteld. Die moeten zijn gecertificeerd voor respectievelijk RTRS en RSPO Mass Balance. Op de doorontwikkelagenda staat onderzoek vermeld naar eiwitten voor legpluimvoer ter vervanging van soja. Daarbij wordt specifiek gekeken naar dierlijke eiwitten. Hernieuwbare energieOm te kunnen produceren voor het Beter voor Natuur & Boer-keurmerk dienen pluimveehouders uitsluitend elektriciteit te gebruiken uit hernieuwbare energiebronnen. Ze zijn niet verplicht die zelf op te wekken, het mag ook worden ingekocht. De stichting wil echter de mogelijkheden verkennen om het stroomgebruik van de pluimveehouders verder te vergroenen. Zo wordt onder meer gekeken naar groene stroom van Nederlandse herkomst en volledige zelfvoorziening. Een andere voorwaarde is een reductie van de CO2-footprint in 2030 van ten minste 45% ten opzichte van 2018. Verdere reductie in samenwerking met andere ‘Beter voor’-programma’s wordt onderzocht. Beter voor Natuur & Boer wil bovendien stappen zetten om de ammoniak- en fijnstofemissie te verlagen. Ook biodiversiteit belangrijk criteriumIn de criteria staat dat de pluimveehouder minimaal één insectenhotel plaatst. Die wordt verstrekt door de retailer of andere partner in de keten. Bovendien moet er een bloemensingel met een minimale oppervlakte van 200 vierkante meter komen. Het zaadgoed wordt ter beschikking gesteld door de supermarktketen of ketenpartner. Andere voorwaarden zijn dat de pluimveehouder minimaal twee keer per jaar een informatieve bijeenkomst bijwoont over diergezondheid of -management zoals een symposium, webinar of workshop. Bovendien moet de pluimveehouder een actieve bijdrage aan de lokale gemeenschap leveren door minimaal één activiteit per jaar te organiseren of externe bezoekers op zijn bedrijf toe te laten. Uiteraard alleen als de bioveiligheid dit toelaat. Het bedrijf en het erf moeten ook netjes ogen. Zo moeten er verharde toegangswegen tot de stallen zijn en een deugdelijke afwatering. |