Eieren zijn gevraagd. Eigenlijk lopen de eieren op alle fronten van de markt goed weg. Daarbij is het volgens sommigen vooral de Duitse markt die de kar trekt.
Daar zijn veel OKT-eieren nodig voor de consumptiemarkt, maar tegelijk is er in deze tijd van het jaar ook gezonde vraag van kokers en ververs. Daar profiteert Nederland, als grote leverancier van eieren voor de Duitse markt, ook van.
Maar niet alleen eieren in dat segment gaan hard. Zo zeggen eierhandelaren ook amper in de vraag naar gewone bruine scharreleieren te kunnen voorzien. Steeds meer pluimveehouders produceren voor de hiervoor genoemde OKT-markt. Anderen voor Nederlandse supermarkten, die steeds meer hebben aangestuurd op witte eieren. Dat gaat ten koste van de productie van het bruine ei, dat daarmee steeds exclusiever wordt.
En ook biologische eieren zijn schaars. Ook dat heeft met een dalende productie te maken. Die kwam voort uit onvrede, doordat bio-eieren vorig jaar weinig waard waren. Boeren stapten over naar reguliere scharrel, waardoor het aanbod in het bio-segment afnam. Inmiddels stijgt dat wel, maar de vraag is er groter dan het aanbod.
Weerstand neemt af
De verwerkende industrie was de laatste weken wat afhoudend. Dat was ook aan de noteringen te zien. Zo zakte de industrienotering van het Franse Rungis van € 1,76 eind vorig jaar naar € 1,55 per kilo deze week. De NOP richtprijs voor kooi-eieren verloor in die tijd ongeveer € 0,12 per kilo. De richtprijs voor kooi-eieren staat nu op € 1,54 per kilo. Daarbij merkten eierhandelaren bovendien dat noteren één is, maar die prijs ook beuren twee. Maar het positieve is dat ze nu merken dat die weerstand afneemt. ‘Deze week willen ze wel weer wat geven’, klinkt het in de handel.
NOP noteert bruine scharreleieren van 62 tot 63 gram deze week op € 12,66 per 100. Dat is € 0,02 meer dan de week ervoor. Het verschil bij witte van dat gewicht is € 0,03; van € 11,75 naar € 11,78 per 100.
Ei alternatief voor vlees
Daarmee bewegen de eierprijzen zich op stabiel niveau voort tussen het niveau van vorig jaar en twee jaar geleden. Het extreem hoge prijspeil vorig jaar kwam door het wereldwijde tekort aan eieren na ruimingen vanwege vogelgriep op tal van plekken in de wereld. De verwachting was dat de markt in zou zakken als de stallen weer gevuld waren. Dat bleek niet het geval te zijn. De consumptie is een aantal procenten gestegen. Pakstations schrijven dat toe aan de inflatie. Een ei is een alternatief voor vlees dat nog harder in prijs steeg.
Pluimveehouders hebben de indruk dat er qua handel wel meer in de markt zou kunnen zitten. Ze merken dat hun afnemers heel gretig zijn. De eieren worden vaak opgehaald. Ook halve pallets of afwijkende kwaliteiten gaan direct mee. Dat zou een indicatie voor prijsstijging zijn, maar ze vermoeden dat er prijsmatig geen ruimte voor een echte plus meer in zit. Contracten van pakstations, grossiers en supermarkten beslaan vaak een langere periode. Die bieden wellicht geen ruimte om meer te bieden, zo is het vermoeden onder producenten om de grote vraag te rijmen met de stabiele prijs.
Goed om dan eens vooruit te blikken, want Pasen valt vroeg dit jaar. De eierhandel verwacht geen grote paaspiek dit jaar. Als de markt gematigd loopt, kan de prijs daar vlot bovenuit stijgen. Maar als de markt zich zoals nu al op een hoog niveau bevindt, is veel stuwkracht nodig om daar nog eens bovenuit te stijgen. Maar voorspellingen daarover zijn nu nog koffiedik kijken. Een dergelijke opleving begint een week of vier voor Pasen begint te lopen. Over een maand zal blijken hoe dat onder de huidige omstandigheden uitpakt.
Prognose: stabiele prijs.