Boerderij: Kort op de bal spelen met bioleghennen02-05-2024
Bouke Poelsma
freelance redacteur Uitgangsmateriaal en voer hebben een wezenlijke invloed op het uiteindelijke resultaat. Als pluimveehouder maak je het verschil met vakmanschap en management. Marc en Renate Hotting doen er alles aan om een ronde te laten slagen. De technische resultaten op hun biologische bedrijf spreken voor zich. De bioleghennen van Marc en Renate Hotting moeten begin april duidelijk nog even wennen aan het feit dat de ophokplicht is opgeheven. Voorzichtig durven enkele honderden kippen het aan om de buitenuitloop te betreden. Ze blijven allemaal veilig in de buurt van de stal. Het weer is vandaag niet ideaal om op ontdekkingstocht te gaan. Via twee tunnels kunnen de kippen ook aan de andere kant van de toegangsweg komen. “Zover zijn ze de eerste week nog niet geweest”, vertelt Marc Hotting. Op het moment van het bedrijfsbezoek zijn de witte Dekalb-hennen – geleverd door Het Anker – 29 weken oud. De dieren zijn rustig in productie gekomen. “Dat zie je wel vaker bij winterkoppels”, zegt Hotting. Met een legpercentage van 97,5 en een uitval van 0,25% hoor je hem niet klagen. “Daar ben ik tevreden mee.” De legpluimveehouder merkt wel dat de kippen wat schrikkeriger zijn dan het vorige koppel. In het begin van de ronde heeft dat enkele kippen gekost, zo vertelt Hotting. “Ze schrokken, zetten het op een vliegen en klapten tegen het hekwerk van de compartimentering.” Het door Hotting geschetste beeld komt overeen met datgene wat ook in de buitenuitloop is te zien. De hennen zijn zeer alert en rennen zo nu en dan pijlsnel en met z’n allen terug naar de stal. ‘Vaart achter vogelgriepvaccinatie’Hotting vindt het een mooi gezicht om zijn kippen weer buiten te zien lopen. Ondanks de verlaagde vogelgriepdruk in de natuur was hij toch verrast dat de ophokplicht eind maart al werd opgeheven. “Het Ministerie van LNV wachtte daar eerder veel langer mee.” De legpluimveehouder hoopt dat er nu ook vaart wordt gezet achter het plan om te vaccineren tegen vogelgriep. “Het lijkt wel alsof dat geen prioriteit heeft.” Hotting geeft aan dat hij heeft leren leven met het risico op een vogelgriepbesmetting. “Ik heb de ooievaars hier ook wel bovenop de voersilo’s zien zitten. Dat heb je niet in de hand.” Meer invloed heeft Hotting op de technische resultaten, al plaatst hij ook daar meteen een kanttekening bij. “Je bent ook grotendeels afhankelijk van de hennetjes en het voer dat je krijgt.” Met hun christelijke geloofsovertuiging weten Marc en Renate Hotting dat het werk gezegend moet worden. “We doen alles wat in onze macht ligt om een ronde te laten slagen. Maar ook dan kan het eens voorkomen dat het je bij de handen afbreekt. Daarin weten wij ons afhankelijk van Gods zegen.” Veel werkplezier door goede resultatenDe legpluimveehouders kijken met genoegen terug op de vorige ronde. De ondernemers houden hun biokippen tot 108 weken leeftijd aan. Ze tellen dan 553,6 eitjes per opgehokte hen. De uitval bedraagt 8,2%, met 4% uitval in de laatste 13 weken. Het aantal buitennesteieren is slechts 0,5%. “We hebben met veel plezier aan de eierband gestaan”, zegt Hotting. Ook de schaalkwaliteit blijft gedurende de ronde op peil. “Op het laatst selecteerden we 6% van de eitjes. Op 100 weken leeftijd was dat maar 3%.” De kippen vreten gemiddeld 123 gram voer per dag. “Tegenwoordig is dat, zeker voor witte hennen, best acceptabel.” Hotting wil tot dertig weken leeftijd niet beknibbelen op het voer. “In de eerste weken wil ik de kippen verwennen met ruim voldoende eiwit en voer ik best luxe.” In het vervolg van de ronde wil hij z’n dieren niet te vroeg extra calcium voeren. “Daarmee maak je ze als het ware lui. De hennen moeten de kalk zo efficiënt mogelijk benutten.” In de praktijk betekent dit dat Hotting niet vroeg overstapt op fase 2-voer. “Maar dat is helemaal afhankelijk van hoe het koppel presteert. De afgelopen ronde gingen we pas bij 98 weken leeftijd over op fase 3-voer”, zegt Hotting, die voert van De Valk Wekerom. Grillige rondeDe succesvolle ronde verloopt aanvankelijk wat grillig. Na 37 weken piekt het legpercentage op 97,3%. In de weken daarna daalt het legpercentage richting 94%. “De uitval bleef laag. Het koppel was goed gezond, maar het kwam er niet uit”, aldus Hotting. Mede vanwege een nabijgelegen opfokbedrijf ent hij zijn kippen iedere vijf weken preventief tegen infectieuze bronchitis (IB). Juist op het moment dat de derogatie van 5% vervalt en Hotting verplicht over moet op het voeren van 100% biologisch voer, neemt het legpercentage weer toe. Op 45 weken leeftijd is het legpercentage weer 97,5%. “Dat was al met al een onlogisch verloop.” Vierde koppel biohennenMarc en Renate Hotting houden intussen hun vierde koppel biologische leghennen. De ondernemers hebben de stal in 2018 voor zo’n € 500.000 opnieuw ingericht en uitgebreid met een wintergarten. De keuze voor bio pakt goed uit. “We hebben nog nooit zoveel verdiend als de afgelopen jaren”, zegt Hotting. Eerder hield hij scharrelleghennen en vleeskuikenouderdieren. De ondernemers leveren hun eieren aan het Duitse Eifrisch. Voorafgaand aan de ronde spreken ze een vaste eierprijs af. Hotting is positief gestemd over de markt. “De voerprijs is gedaald en onze eierprijs is omhoog gegaan. Mede dankzij de technische resultaten hebben we ook aan de vorige ronde nog goed verdiend. Ook nu doen de kippen het weer prima.” Van achteroverleunen is bij Hotting geen sprake. Vanwege strengere regelgeving telt de wintergarten per 1 januari 2025 niet meer mee als staloppervlak. Daardoor moet de bezetting omlaag. “We moeten terug van ruim 14.400 naar 12.600 hennen. Met 1.800 kippen minder lopen we per ronde zo’n € 45.000 mis. Ik vind werkplezier heel belangrijk, maar ik wil er ook een boterham mee verdienen en investeringsruimte houden.” Dagelijks drie tot vier rondesDe ondernemer speelt kort op de bal en wil precies weten wat hij doet. Hij houdt het aantal grond- en systeemeitjes nauwgezet bij. De huidige 1% buitennesteieren (0,25% grondeitjes en 0,75% systeemeieren) is volgens hem acceptabel. Ook de uitvalcijfers worden trouw genoteerd. Kleine veranderingen kunnen grote gevolgen hebben, zo redeneert hij. “Een paar dode kippen extra kan wijzen op een coli-besmetting. Met tijdig ingrijpen voorkom je dat het uit de hand loopt.” Hotting maakt dagelijks drie tot vier rondes door de stal. Hij geeft aan dat de bedrijfsomvang van 14.000 kippen het mogelijk maakt om deze manier van werken te hanteren. |