Boerderij: Aantal leghennen neemt met 10 tot 15 % af06-06-2024
De Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderijlocaties heeft impact op de Nederlandse leghennenstapel. Enkele miljoenen leghennenplaatsen vallen weg. In de periferie worden fusies en samenwerkingsverbanden verwacht. Tot peildatum 22 mei hebben zich 221 pluimveebedrijven bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) aangemeld voor deelname aan de Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderijlocaties (LBV of LBV-plus). Pluimveehouders in Noord-Brabant (65), Gelderland (56) en Limburg (51) tonen de meeste interesse in vrijwillige uitkoop. In totaal hebben 1.417 veehouderijlocaties zich aangemeld voor de LBV en LBV-plus. Daarvan hebben er nu 710 een beschikking ontvangen. Ondernemers hebben een half jaar tijd om daarop te reageren. De eerste 158 veehouders stemden in met het voorstel. Daarvan zijn er 23 pluimveehouders, 64 varkenshouders, 41 kalverhouders, 19 melkveehouders en 11 bedrijven met verschillende diersoorten. Tekst gaat verder onder foto Marktsituatie van invloedHet gros van de 221 potentiële stoppende bedrijven houdt leghennen, zo blijkt uit rondvraag bij verschillende belangenorganisaties. LTO/NOP en ANEVEI houden er serieus rekening mee dat de leghennenstapel mogelijk 10% krimpt. Dat betekent concreet dat de Nederlandse leghennenstapel mogelijk met 3 tot 3,5 miljoen leghennen afneemt. “Daarbij moet het voorbehoud worden gemaakt dat het gaat om potentiële stoppers. Het betreft een vrijwillige stoppersregeling. De goede marktsituatie kan mogelijk nog een rol spelen bij het maken van de uiteindelijke beslissing”, zo zegt Werner Buck, voorzitter van ANEVEI.
Als verkoopleider bij kuikenbroeierij en opfokorganisatie Vepymo Nederland heeft Alex Janssen een goed beeld van de situatie in de leghennensector. Janssen ziet een bijzondere dynamiek ontstaan, met veel pluimveebedrijven die voor een allesbepalende keuze staan. De geprognotiseerde krimp van 10% is volgens Janssen nog aan de voorzichtige kant. Hij kijkt er niet raar van op als de leghennenstapel straks met meer dan 15% afneemt. “Ik ga uit van een afname van 3,5 tot 4 miljoen hennen.” ‘Zeer acceptabele vergoedingen legsector’Senior ABAB-bedrijfsadviseur Kees Ligthart ziet dat met name legpluimveehouders interesse hebben in deelname aan de LBV-plus-regeling. Hij betitelt de financiële vergoeding die legpluimveehouders ontvangen bij deelname aan de LBV-plus-regeling als ‘zeer acceptabel’. “Legpluimveehouders met stallen van 10 tot 15 jaar oud beuren een mooie som geld.” Ligthart benadrukt dat het altijd om maatwerk gaat, waarbij de leeftijd van de stallen bepalend is voor de hoogte van de vergoeding. “Voor potentiële deelnemers is het zaak de fiscale situatie goed in kaart te brengen. De belangrijkste vraag blijft echter of stoppen wel past bij je levensfase, visie en wens. Het uitblijven van duidelijkheid over de verplaatsingsregeling en innovatieregeling maakt de afweging moeilijk.”
Onder vleeskuikenhouders en vermeerderaars is niet veel animo om zich via de LBV- of LBV-plus-regeling uit te laten kopen, merkt Lighart. “Vleeskuikenstallen brengen minder op dan leghennenstallen. Vermeerderaars komen met deze regelingen financieel helemaal niet goed uit. Stallen voor vleeskuikenouderdieren worden in deze regelingen ten onrechte gelijkgesteld aan vleeskuikenstallen. De waardes van de stalinventaris en de saldo’s per vierkante meter liggen in de vermeerderingssector hoger.” Tekst gaat verder onder foto ‘Eierhandel kan krimp opvangen’Werner Buck verwacht niet dat de krimp van de leghennenstapel voor leveringsproblemen gaat zorgen. “De eierhandel kan deze reductie opvangen en haar belangrijkste markten dichtbij huis goed blijven bedienen. Dan gaat het specifiek over de afzet van tafeleieren in Nederland en Duitsland en de afzet van eierproducten voor de verwerkende industrie in Nederland. Mogelijk moeten we meer eieren importeren om ook de export van eierproducten op peil te kunnen houden.” De huidige situatie op de Europese eiermarkt stuwt de productie in Oost- en Zuid Europese landen, zo ziet Buck. Met name in Polen worden meer eieren geproduceerd. “De verwachting is dat de reductie van onze leghennenstapel elders wordt gecompenseerd. Vraag en aanbod in eigen land zijn niet bepalend voor de hoogte van de eierprijs.”
Tot Pasen was het dit jaar schrapen om voor voldoende OKT-eieren te zorgen, zo geeft Eric Hubers aan. “Eieren werden soms drie keer per dag opgehaald.” Als voorzitter van de LTO/NOP -begeleidingscommissie van de NOP-richtprijzen ziet hij dat eierhandelaren en pakstations intussen beter in kaart hebben wat het aandeel OKT-eieren moet zijn. De verwachtingen voor toenemende eierprijzen worden daarmee getemperd, aldus Hubers. Verschillende legpluimveehouders met kolonie- en volièrehuisvesting in regio De Peel zijn voornemens deel te nemen aan de LBV-plus-regeling. Hubers, die zelf ook leghennen houdt in het gebied, kan desgevraagd zo een aantal ondernemers opnoemen die zich hebben aangemeld. “Als deze bedrijven daadwerkelijk meedoen dan heb je alleen hier in de regio al een miljoen hennen minder. Ik ben benieuwd hoe de situatie er volgend jaar uit komt te zien.” ‘Bakens verzetten’Vepymo is als kuikenbroeder en opfokker een van de eerste schakels in de keten die te maken krijgt met een krimp van de leghennenstapel. “Sommige leghennenbedrijven staan al leeg”, zegt Janssen. Vepymo sorteert voor op de nieuwe werkelijkheid. Het bedrijf is een strategische samenwerking aangegaan met Maatman Opfok en neemt op termijn diens activiteiten over. Vepymo ziet bovendien kansen in Duitsland, zo zegt Janssen. “We moeten de bakens verzetten. We zijn ons ervan bewust dat we onze omzet niet enkel rondom de plaatselijke kerktoren kunnen blijven genereren.” Janssen laat desgevraagd weten dat de krimp van de Nederlandse leghennenstapel voor Vepymo op te vangen is. “Er is veel vraag naar onze kuikens en hennen. Dat speelt ons in de kaart. We zoeken ook nog altijd extra opfokruimte. Maar sectorbreed komt er een herschikking.” Als pluimveespecialist bij Voergroep Zuid is Hans Verberne dezelfde mening toegedaan. Ook hij verwacht dat er meer fusies komen en samenwerkingsverbanden worden opgetuigd. “Wij hebben bij Voergroep Zuid het geluk dat onze fabrieken op volle capaciteit draaien. Maar het zou mij niet verbazen wanneer er ook voerfabrieken leeg komen te staan. Er hebben zich grote bedrijven ingeschreven voor de LBV-plus-regeling, ook uit onze klantenkring. De uiteindelijke krimp van de leghennenstapel hangt onder meer af van het feit of zij wel of niet hun definitieve handtekening zetten.” Lees meer over het stikstofbeleid |