Boerderij: Zo gaan legpluimveehouders om met topverdiensten

21-11-2024

Redactie

Bouke Poelsma

freelance redacteur

Legpluimveehouders hebben enkele zeer goede jaren achter de rug, waarin de eierprijzen naar recordhoogte stegen. Ook 2024 belooft een bovengemiddeld goed jaar te worden. Hoe wordt hier in de legsector mee omgegaan en welke investeringen worden gedaan?

Jarenlang zijn legpluimveehouders gewend om scherp aan de wind te moeten zeilen. De marges zijn krap en de kostprijs wordt nauwlettend in de gaten gehouden. In bovengemiddeld goede jaren wordt legpluimveehouders veelal geadviseerd om te bufferen, om tegenvallende jaren te kunnen doorstaan.

Hoe anders is het nu? De eierprijzen stegen de afgelopen jaren tot ongekende hoogte, waarbij er volop investeringsruimte ontstond. In aanloop naar Pasen 2023 piekte de NOP-richtprijs voor bruine en witte scharreleieren in de gewichtsklasse 62-63 gram op maar liefst € 16,80 per 100 stuks. Legpluimveehouders wisten niet wat ze meemaakten.

“Goede eierprijzen wennen snel. Op het hoogtepunt beurden we € 2,80 per kilo. Dat was ongekend. Afgelopen zomer zaten we op € 1,40 per kilo. Ook daar kunnen we nog altijd mee uit de voeten”, zo vertelt Eric Hubers, legpluimveehouder en bestuurder.

Net als veel van zijn collega-legpluimveehouders investeerde ook Hubers in de toekomst van zijn bedrijf. “We hadden al zonnepanelen en hebben nu ook geïnvesteerd in twee accupakketten. Als het een beetje meezit dan verdienen we de accu’s in zeven jaar terug. Als het iets langer duurt dan is het ook niet erg. We hebben ook om fiscale redenen in energieopslag geïnvesteerd en kunnen de accu’s in vijftien jaar afschrijven.”

Lees verder onder de foto’s. Lees onderaan dit artikel de reportage bij pluimveehouders Dirk en José Lagerweij. Zij investeerden vorig jaar €400.000 in het bedrijf.


Eric Hubers investeerde in energieopslag. “We hadden al zonnepanelen en hebben nu ook geïnvesteerd in twee accupakketten.” Foto: Bert Jansen

Voerwinsten flink in de plus

“We kunnen wel vaststellen dat er in de legsector goede verdiensten zijn. Maar er komt ook weer een andere tijd aan.” Dat zegt Bas van Hout, manager bedrijfsadvies bij ABAB Accountants en Adviseurs. Zijn inschatting is dat de voerwinst voor witte scharrelhennen in 2024 rond € 10 uitkomt. “Dat is ongeveer € 4 hoger dan het langjarig gemiddelde.” Daarbij ziet hij grote verschillen tussen individuele bedrijven, niet alleen financieel, maar ook technisch. De een draait scherper dan de ander en door verschillende zaken zoals het moment van inkoop van hennen en voer verschillen voerwinsten sterk.

Het gaat veel pluimveehouders momenteel voor de wind, ziet Van Hout. “Ook in de vleeskuikensector wordt goed verdiend. Daar is een tekort aan vierkante meters staloppervlak.”

Van Hout wil ondernemers in de pluimveesector meegeven vooral niet achterover te leunen. “Blijf scherp op je liquide middelen en je kostprijs. De goede eierprijzen zijn voor bedrijven in het buitenland een stevige stimulans om te investeren.”

Van Hout merkt dat veel legpluimveehouders de goede eierprijzen benutten om extra af te lossen. Daarbij adviseert hij nog altijd om voldoende liquide middelen achter de hand te houden. “We hebben pluimveehouders jarenlang op het hart gedrukt om minimaal twee jaren met een negatief resultaat te kunnen overbruggen. Een buffer van € 4 per leghen geldt daarbij als uitgangspunt.”

Van Hout kent meerdere pluimveehouders met ideeën voor bedrijfsontwikkeling. “Maar zie in deze tijd je plannen maar eens tot uitvoering te brengen. Stikstofvergunningen worden niet of nauwelijks afgegeven. Veel plannen liggen te wachten.” Sommige ondernemers overwegen daarom om in de nabije omgeving een tweede locatie te kopen.

 ‘Er is veel dynamiek en enthousiasme in de legpluimveesector’

Van Hout ziet dat legpluimveehouders veel vervangingsinvesteringen doen. De stalinventaris wordt vernieuwd en het eierlokaal en de eierverzamelingen worden gemoderniseerd. Ook investeren veel pluimveehouders in het verduurzamen van hun bedrijf, om slimmer en efficiënter met energie om te gaan. “Veel bedrijven hebben al zonnepanelen op de daken liggen. Investeren in accu’s geniet momenteel veel interesse in de sector.” 

Er zijn ook pluimveehouders die hun eiergeld buiten de sector uitgeven, aldus Van Hout. Er komen veel plannen voorbij, zoals bijvoorbeeld investeren in vastgoed, nalatenschapsplanning en investeren in andere branches. “Er is veel dynamiek en enthousiasme in de sector. Belangrijk hierbij is om bij deze plannen wel een goede liquiditeitsplanning te maken, waarbij er ook oog is voor de belastingaanslagen.”

Rekening houden met fiscus

Legpluimveehouders zijn na de voorgaande goede jaren intussen gewend dat ook de fiscus vroeg of laat om de hoek komt kijken. ABAB adviseert zijn klanten om daar tijdig op in te spelen. Van Hout: “Als de belastingaanslag op of na 1 juli 2025 wordt opgelegd, berekent de belastingdienst op jaarbasis 10% belastingrente voor vennootschapsbelasting en 7,5% belastingrente voor inkomstenbelasting. Noodzaak is daarom om uiterlijk de derde week van maart 2025 voorlopige aanslagen aan te vragen. Wij adviseren ondernemers om, met het oog op de liquiditeit, al in het jaar zelf vennootschapsbelasting te betalen, zodat je bij bent met het betalen en niet achteraf geconfronteerd wordt met een hoge aanslag.”

Hubers heeft net als veel andere legpluimveehouders gekozen voor een bv als rechtsvorm van zijn onderneming. Zeker in tijden van financiële voorspoed kan dat een fiscaal aantrekkelijke optie zijn om de belastingdruk in eerste instantie te verlagen. “Iedere pluimveehouder moet met zijn boekhouder en accountant kijken naar de belastingdruk. Vroeg of laat ben je aan de beurt, ook met een bv. Belasting betalen is niet erg, zolang het maar klopt met het ritme waar je bedrijf zich in bevindt.”


Familie Lagerweij investeerde in de eierverzameling.

Marktleider Moba merkt dat schwung erin zit

Ook toeleveranciers merken dat de schwung erin zit in de legsector. Fabrikant Moba, bekend van de machines voor het sorteren, verpakken en verwerken van eieren, ziet vanuit verschillende internationale regio’s een toenemende vraag. “Legpluimveehouders willen snel en efficiënt werken en investeren daarom in werkgemak in het eierlokaal”, zegt marketingdirecteur Johan Kennis.

Hij ziet dat met name in landen in Oost-Europa, Engeland en de Verenigde Staten op dit moment volop wordt geïnvesteerd in eierverwerking. “Deze landen zijn heel actief, maar eigenlijk zien we deze trend overal. Het gros van onze handel vindt buiten Nederland plaats. Wereldwijd gezien wordt 70% van alle eieren gesorteerd en verpakt met Moba-machines”, zegt Kennis. De goede marktsituatie leidt ertoe dat wereldmarktleider Moba volgens Kennis kan blijven uitbouwen. “We zijn in 1947 opgericht en sindsdien voortdurend gegroeid. Dat zet zich door, waarbij we volop blijven inzetten op innovatie.”

Goede prijzen lokken productie uit

Goede prijzen lokken productie uit, zo weet Hubers. “Er is een goede vraag naar eieren. De huidige balans tussen vraag en aanbod heeft een gunstig effect op de eierprijs. Ik kan me niet voorstellen dat het verdienmodel de komende jaren niet goed is.” Wel maakt hij zich zorgen over het ondernemersklimaat. “We worden geplaagd door aanvullende wet- en regelgeving en beperkte ontwikkelruimte. De vraag naar eieren is er en er zijn technieken om emissies verder te verlagen. Maar vergunningen worden niet afgegeven.”

De Lbv en Lbv-plus leiden ertoe dat zo’n 10 tot 15% van het aantal Nederlandse leghennen verdwijnt. Hubers houdt daar een dubbel gevoel aan over. “Er worden miljarden euro’s aan belastingcenten gebruikt voor een enorme desinvestering. Een economisch rendabele tak wordt deels weggesneden, terwijl de consumptie van dierlijke eiwitten toeneemt. Ik gun iedereen z’n geld, maar de stoppers hebben het geld niet nodig. De eieren worden straks wel ergens anders geproduceerd. Dat gebeurt op minder duurzame wijze en onder andere omstandigheden.”

Hubers komt vanwege zijn rol als  vicevoorzitter van de Europese pluimveewerkgroep van Copa-Cogeca regelmatig in Brussel. Hij heeft een goed beeld van datgene wat zich in andere pluimveelanden afspeelt. “In Spanje en Polen wil men de productie zeker opvoeren. Maar ook in die landen verlopen vergunningstrajecten wat moeizamer dan voorheen”, aldus Hubers. Hij merkt op dat de Europese Unie voor dit jaar het Oekraïense eierquotum al heeft gehaald. “Daar wordt ook op gehandhaafd. Deze eieren worden onder andere omstandigheden geproduceerd en hebben invloed op de Europese markt.” Volgens Hubers wordt er gewerkt aan een plan om legpluimveehouders in de EU op de lange termijn meer te beschermen tegen oneerlijke concurrentie uit Oekraïne.

 
 

Inloggen op de ledenportal