Boerderij: Nieuwe locatie voor gestage groei van Fins pluimveebedrijf

10-02-2025
 
Robert Bodde

chef rundvee- en varkenshouderij

Een groep van twintig Finse pluimveehouders bouwde in een coöperatie een bedrijf op een nieuwe locatie. Daarmee vangen ze de gedwongen krimp door strengere dierwelzijnseisen op hun eigen bedrijven op. Ze hebben nu 140.000 hennen in vier stallen, op termijn worden er dat vier keer zo veel.

Säkylän Munakori is een prachtig, nieuw bedrijf met volop ontwikkelingskansen. Ongeveer 5 hectare bouwblok, ontgonnen in de bosrand. Vier identieke stallen naast elkaar. Voor elke stal staan voersilo’s, achter elke twee stallen een flinke loods voor opslag van droge mest.

Elke stal telt vier rijen volières en huisvest 35.400 hennen. De stallen zijn aan de voorzijde met elkaar verbonden door een gang waardoor de eiertransportband en voerleidingen lopen. Naast de vier stallen is het eierlokaal en de -bewaarruimte gebouwd. Aan een zijde daarvan zijn een kantoor, kantine en hygiënesluis gerealiseerd.

Samen optrekken en voor de wegvallende dieren nieuw bouwen was financieel interessant

Het bedrijf heeft rondom een hekwerk. Daarbinnen is alles opgeruimd en verhard met gravel. Bij elk van de toen parkeerplaatsen staat een laadpaal. ”Het wordt hier ’s winters flink koud, die palen zijn voor de standverwarming van de auto’s van medewerkers en bezoekers”, zegt bedrijfsleider Ida Toivonen met een glimlach.

Die glimlach verdwijnt als ze vertelt over wat ze de afgelopen jaren meemaakte. Het bedrijf is vier jaar geleden opgericht door een coöperatie van twintig legpluimveehouders die hun eieren leveren aan eierhandelaar annex pakstation Kieku OY in Loimaa. Door de in 2020 aangescherpte welzijnseisen konden deze pluimveehouders ongeveer 15% minder hennen houden. Individueel de stal een fractie uitbreiden en de bestaande kooihuisvesting vervangen door volières was niet rond te rekenen. Samen optrekken en voor de wegvallende dieren nieuw bouwen was wel financieel interessant.

Voorgesorteerd op groei

Dat resulteerde in een nieuwe locatie op enkele kilometers van een meer dat toeristisch erg in trek is. ”De vergunningverlening gaf geen problemen”, vertelt Toivonen. ”Sterker nog, we kunnen hier nog met twaalf stallen uitbreiden tot ruim 560.000 hennen. Eerst met twee stallen naast de huidige vier, daarna aan de andere zijde van het eierlokaal.”

De eierverzamelruimte en de eierbewaring zijn al gebouwd op ruim 400.000 hennen. Die hal van zo’n 15 bij 25 meter en 6 meter hoog maakt een bijna lege indruk terwijl een medewerker op de verzamelband en stapelrobot toeziet. ”We kunnen makkelijk een extra verzamellijn met inpakrobot plaatsen.”

De hal is brandschoon, net als de rest van het bedrijf. ”Ik vind het belangrijk dat het bedrijf opgeruimd is en dwing de medewerkers er ook toe alles opgeruimd te houden. Misschien een tic die ik van mijn moeder overgenomen heb. Die hamert ook altijd op een schoon bedrijf.”

Voor de uitbreiding met een vijfde en zesde stal is het grondwerk al gereed. ”We zijn afhankelijk van de ruimte in de binnenlandse afzet van tafeleieren die het pakstation voorziet. Zodra dat aangeeft dat er ruimte is, worden deze stallen gerealiseerd.”

Tekst gaat verder onder foto


De Landmeco-voliéres bieden een prima overzicht op de hennen. “Thuis hadden we ook al Dekalb White, daarmee doorgaan was makkelijk”, aldus Ida Toivonen.

Vooral vrouwen aan het werk

Het bedrijf heeft naast Ida vier medewerkers: drie vrouwen en een man. Die werken 38,5 uur per week. ”Ik ben vanaf het begin van de bouw hier op het bedrijf en ken elke bout en moer van de installaties”, zegt Ida. “De vier medewerkers bemoeien zich alleen met de dieren en eieren, en hebben vaste dagelijkse taken. Alle storingen moet ik verhelpen, naast de algehele controle. Dat is niet werkbaar, daarom hoop ik dat de volgende medewerker een technische achtergrond en ervaring heeft.”

Haar eigen achtergrond is best bijzonder gezien haar verantwoordelijkheden. Ze studeerde af aan een conservatorium, ging in het leger en werd professioneel fluitiste in het Finse Legerorkest. Ze haalde in 2020 een graad in veehouderij. Ze keerde terug naar haar geboorteregio om op termijn het ouderlijk akkerbouwbedrijf met 20.000 leghennen over te nemen, dat ze dan wil uitbreiden met een tak schapen. ”Ik hoorde van deze functie en werd tot mijn grote verrassing aangenomen.”

Ida verwacht niet dat ze het nog jaren volhoudt als bedrijfsleider. ”Het loon is goed, het werk is afwisselend. Maar het is vooral brandjes blussen en het parool is uitbreiden, uitbreiden, uitbreiden. Voor mij houdt het echt wel op als er acht stallen staan en we weer moeten bouwen. Dan ga ik met alle kennis en ervaring die ik hier heb opgedaan op het ouderlijk bedrijf verder.”

Tekst gaat verder onder foto


Het grondwerk voor twee nieuwe stallen is al gedaan. Daarna komen er tien stallen voor de eierverzameling-bewaring. De twee loodsen links zijn voor opslag van droge mest. In de loods rechtsvoor zit de houtpelletbrander.

Elke stal inlaten anders

De Finse ervaart dat ze door de opschaling en bouw tegen problemen blijft aanlopen. ”De vier stallen die er nu staan, zijn na elkaar gebouwd. In de eerst gebouwde stal hadden we veel ventilatieproblemen. In de tweede is de positie van de inlaatventielen aangepast, meer naar de nok. Dat gaf wat verbetering. Bij de derde ging het na een verdere aanpassing van de kleplengte bijna goed, in de vierde hebben we pas echt duidelijk hoe het moet en draait het qua ventilatie goed.”

Hetzelfde met de volières. ”De Landmeco-volières bevallen prima. Het overzicht op de dieren is goed, ook bij de eierband. Maar de aandrijving van de mestbanden bleek te licht. Dat gaf veel storingen. Het vervangen van alle motoren en vertragingen was een heidens karwei.”

De droge mest wordt afgedraaid naar een loods en daar een jaar opgeslagen. Afzet is geen issue, het bedrijf ligt in een akkerbouwgebied. ”De mest brengt €4 per ton op. Het voorzien in mestafzetcontracten om kippen te mogen houden, gaat probleemloos.”

De medewerkers zijn allen Fins, uit de omgeving, maar zonder pluimveeachtergrond

De eerste vier stallen zijn na elkaar in gebruik genomen, er zijn dus vier leeftijden hennen op het bedrijf. ”Daarmee kunnen we redelijk gelijkmatig eieren leveren.” Een van de vier stallen staat tijdens het bezoek leeg. Na een week leegstand wordt deze gereinigd, wat ook twee weken in beslag neemt. Daarna komen er weer Dekalb White-hennen in. ”Daarmee is het makkelijk werken; erg belangrijk, omdat de medewerkers weinig kennis hebben van pluimvee.”

Die medewerkers zijn allen Fins, uit de omgeving, maar zonder pluimveeachtergrond. Aantrekken van regionale mensen is lastig. Of de volgende medewerker dan een Oekraïner wordt? ”Enerzijds heeft een Fin de voorkeur, vanwege de taal. Anderzijds willen Oekraïners graag aan de slag en ze kennen het werken met dieren. Maar ze hebben wel de ’no problem’-houding. Ze geven aan dat ze iets zullen oplossen, maar laten dat uiteindelijk toch na.”  

Tekst gaat verder onder foto


In het eierlokaal is nog een zee van ruimte. Er is voldoende plek voor een tweede verzamel- en inpaklijn van Moba.

Resultaten zijn nu goed

In de eerste ronde ging een flinke IB-infectie rond onder de hennen. Dat gaf uitval en drukte de eierproductie. ”We hebben de koppels ongeveer vier weken eerder afgeleverd dan vooraf gepland. Pas achttien maanden nadat de ziekte toesloeg, waren de laatste besmette hennen van het bedrijf.”

De hennen blijven 95 weken en leggen nu volgens Toivonen gemiddeld 95%. ”Dat varieert van 99,9% in stal 2 tot 92% in stal 4. In de ronde waarin IB rondging, haalde het slechtste koppel in de top 83% leg, het beste koppel 92%.”

De gemiddelde voeropname is 110 gram per dag. En daarmee houdt het voor de bedrijfsleidster op qua kennis van resultaten. ”Ik ben niet zo van de cijfers. Uitval, dagelijkse voeropname en eierproductie en -kwaliteit zijn de enige cijfers die ik registreer.”

Maar rekenen kan ze wel. Het voer kost €31 per 100 kilo, dat is bij 35.000 hennen per stal en 110 gram per dag €1.193 aan voer. De eieren brengen €1,70 per kilo op. Bij 95% leg zijn er 33.250 eieren van gemiddeld 63 gram, is 2.095 kilo eieren, een opbrengst van €3.561. Dat geeft een voerwinst van €2.368 per dag, €85.248 per stal per jaar of, bij gemiddeld drie weken leegstand, ruim €325.000 per jaar voor het huidige bedrijf met vier stallen. De loonkosten liggen rond de €200.000 per jaar. Het bedrijf draait dus zwarte cijfers.

 
 

Inloggen op de ledenportal